dinsdag 29 juli 2014

Macchiaioli

Wie de kunstgeschiedenis bestudeert, wordt in de regel geleid langs de grote, vernieuwende stromingen die zich in de loop van de tijd manifesteerden. Kleinere en meer lokale "scholen" blijven daarbij vaak buiten beschouwing.
Gelukkig zijn er de musea die geduldig wachten totdat wij de tijd nemen om  kennis te maken en te genieten. Zo ook bij de Italiaanse school van de "Macchiaioli", die in de 19e eeuw brak met de academische traditie. Deze schildersgroep, die ontstond in Florence in het Caffè Michelangelo in de Via Cavour, streefde naar het vangen van licht, schaduw en kleur in het schilderij. Licht, kleur en schaduw zijn de belangrijkste componenten, waarmee het schilderij in abstracte vormen wordt opgebouwd. 
Arno bij Bellariva door Giovanni Fattori

Het bovenstaande schilderij van Giovanni Fattori, de belangrijkste schilder van deze stroming, laat duidelijk zien hoe dicht de opvattingen van de "Macchiaioli" staan bij die van de academie en ons enthousiasme was dan ook groot. De Italiaanse impressionisten werden ze wel genoemd, maar dat is onterecht volgens Joan Reifsnyder, de technische kunsthistorica van de academie, die bevlogen rondleidt in de Galleria d'Arte Moderna van het Palazzo Pitti: een schilderij van een Macchiaioli-schilder werd veel meer expliciet opgebouwd met licht- en schaduwvlakken.  

"Macchie", vlekken, dat zagen hun criticasters, die hen afdeden als te schetsmatig en onvolledig. Dat is een mening en dat mag! Veel van het werk van deze meesters, zoals Antonio Ciseri, was echter een combinatie van academisch werken en het vormgeven met licht en schaduw, zoals in het imposante "Ecce homo" hier beneden. Helaas is in dit plaatje nauwelijks te vangen hoe het licht het dramatische effect van de afbeelding tot grote hoogte brengt. 


De natuurlijkheid van het werk van de "Macchiaioli" staat in scherp contrast met de extravagantie van het Palazzo Pitti interieur en werkt zo ook nog eens verademend. Twee middagen hebben we doorgebracht in de Galleria om de geest van deze schildersclub te vangen en hun techniek te doorgronden: een groot genoegen en heel leerzaam. Zo heeft Florence onze kennis vergroot, onze inzichten verdiept en ons een blijvende inspiratiebron geboden. Arrivederci Firenze!

Afsluiting

De vier weken landschap schilderen zitten er op en zijn omgevlogen. De laatste week hebben we door een internetstoring niets aan het blog kunnen toevertrouwen. We zijn inmiddels weer heelhuids terug in Limburg voor diegenen die zich ongerust maken.
Na mijn laatste bericht over het slechte weer en de onverwachte portretsessie zijn we weer naar de oevers van de Arno gegaan, dit keer voor de zekerheid onder een brug. Ik heb altijd al vermoed dat ik  nog eens onder een brug zou eindigen. 's Nachts slapen daar mensen. Er ligt veel afval en zelfs hier en daar een spuit. De schrijnende onderkant van de samenleving.
Florence is overigens een schone stad. Elke ochtend vroeg en 's avonds na de markten trekt er een brigade schoonmakers door de stad om alles schoon te spuiten en te vegen.

Ik heb dit keer gekozen voor een plek laag boven het water met uitzicht op een brug over het water, de Ponte alla Carraia. Door het lage standpunt kon ik onder deze brug doorkijken en zodoende had ik ook zicht op twee andere bruggen, de Ponte Santa Trinita en de bekende Ponte Vecchio. Aan de overkant van het water vormt de huizenrij een prachtige perspectieflijn wat extra diepte geeft aan het tafereel en aan de rechterkant is de begroeiing zichtbaar op de oever. Perspectieflijnen zijn belangrijk in een landschap en de kijker wordt uitgenodigd om deze lijnen te volgen en benieuwd te zijn naar wat zich achter de horizon bevindt. In dit geval moet je dan geen watervrees hebben.
Het weer was wisselvallig en daar moet je als je buiten schildert rekening mee houden. Bij aanvang van de schilderssessie scheen de zon volop en stond voor ons. Je ziet dan ook dat er grote contrasten in het landschap ontstaan. Je moet meteen een keuze maken en bij de eerste schets de toonwaardes en schaduwen aangeven. Later die ochtend begon de lucht te betrekken en ziet alles er heel anders uit. Dan is het zaak om je vast te houden aan de eerste opzet. Hieronder het resultaat.

Ponte alla Carraia
Later die week hebben we een zonsondergang geschilderd. Rond een uur of 8 verzamelen aan de overkant van bovenstaand water, over de brug linksaf. Gezicht naar het westen en vastleggen wat je ziet. Daniela heeft in die tijd 7 schetsen geschilderd van telkens weer veranderende luchten. Ik heb er in dat uur slechts een gemaakt waarvan onderstaand de afbeelding.


Deze laatste opmerking is van groter belang dan de oppervlakkige lezer zou denken. Velen, mijzelf incluis, willen, als ze gaan schilderen, iets maken wat direct aan de muur kan worden gehangen. Dit idee moet worden losgelaten. Het zorgt ervoor dat je een zekere losheid krijgt bij het schilderen. Van de tien schildersschetsen die Daniela maakt zijn er slechts vier of vijf de moeite waard om uit te werken.
Een andere opmerking die mij beklijft is de volgende. "Schilder datgene wat je ziet, niet wat je zou willen zien".
Vertaal een landschap in abstracte vormen en ga nog niet op de details in. Zie een boom als een donkere abstracte vorm niet als een boom. Zie een weg niet als een weg maar als een vlak met lichte abstracte vormen en donkere abstracte vormen in de schaduw. Met andere woorden kijk, kijk en kijk. Schakel je hersens zoveel mogelijk uit. Velen doen dit al dagelijks dus zo moeilijk kan dit niet zijn. Net als bij het schilderen van een portret vullen onze hersenen in wat we zien en vergeten we te kijken hoe het oog nu echt in elkaar zit. Zo is het ook met het landschap.


maandag 21 juli 2014

Maandag 21 juli

Het was vandaag de bedoeling om te gaan schilderen in Palazzo Pitti. Maar de weergoden waren ons niet best gezind. Het heeft de hele ochtend geregend en gebliksemd. We hebben ons toevlucht gezocht in het atelier van Daniela waar ze ons een demonstratie heeft gegeven van het opzetten van een portret. Dat was natuurlijk wel een mooie afwisseling van het programma ook al kwam ik daar niet voor. Een van de cursisten, Anne uit Denemarken, heeft model gezeten.


Ook bij het portret draait het om licht en donker. Eerst de tekening, daarna de toonwaarde en dan pas de kleur. Eigenlijk doen wij in de cursus in Margraten niet anders. Het enig grote verschil is dat Daniela geen grisaille maakt maar direct overgaat in kleur. De schaduwpartijen heeft ze er direct bij de eerste schets al ingezet. Ze maakt vier tinten huidskleur aan met, schrik niet, zwart, vermiljoen, gele oker, ruwe omber en titaan wit. Vier tinten huidskleur van heel donker tot heel licht.
Het is ook bij het portret heel belangrijk om de toonwaardes te houden tijdens het schilderproces net als bij het landschap. Het is heel verleidelijk om er met huidskleur overheen te gaan waardoor de toonwaarde zijn donkerte verliest. Charley en ik besluiten om portret te gaan doen, de rest kiest voor een stilleven. Anne heeft weer model gezeten en van 10 tot 12.30 was ze van ons.
Ik had maar een klein paneeltje bij me en moest mijn ezel een stuk verder naar voren zetten dan Daniela heeft gedaan. Op de foto zie je dat haar ezel naast Anne staat. Dit heeft te maken met de sight-size methode die we bij het opzetten van het portret gebruiken.

Dit is dan het resultaat van een ochtendje portret. Volgens de methode van Daniela en de academie Florence nog teveel detail maar ik ben best tevreden.

Adam en Eva

In Florence is zovéél kunst te zien, teveel misschien. Veel wordt gezien en opgeslagen, of niet, in een hoekje van ons geheugen. En dan opeens sta je voor een schilderij of fresco dat een diepe indruk maakt. Dat uitnodigt tot kijken, kijken, kijken eerst, dan tot een nadere beschouwing en tenslotte tot reflectie. In de Capella Brancacci, deel van de Santa Maria del Carmine, zijn de beroemde fresco’s van Masolino en Masaccio te bewonderen. Het is niet druk in de kapel (een clubje Italiaanse tieners met gids trekt snel langs), dus er is alle gelegenheid om deze beroemde fresco’s te bekijken. Wereldberoemd, niet alleen nu, maar ook in de afgelopen eeuwen toen aankomende schilders hier op excursie kwamen om de door Masaccio ontwikkelde clair-obscure technieken en zijn ontdekkingen op het gebied van perspectief af te kijken. In deze kapel werkten twee vakmensen samen aan de frescocyclus “Het leven van de heilige Petrus”. Twee zo verschillende kunstenaars, Masolino nog uit de gotische school en Masaccio, de grote vernieuwer. Het meest komt dit tot uitdrukking in de Adam en Eva, door beide in een fresco afgebeeld. De verschillende weergaves leiden ons tot het grote verhaal van de renaissance, de wending van concentratie op religie, op God, naar een focus op de mens zelf, “niet meer als Gods beeld en gelijkenis, maar omwille van zichzelf; niet meer in groepsverband maar op heel eigen benen”, zo beschrijft Hélène Nolthénius dit in “Renaissance in mei”. Ze maakt hierbij een koppeling naar het individuele, morele besef. En juist de aan- of afwezigheid van dit besef is wat de Adam en Eva fresco’s zo verschillend maakt. Op Masolino’s fresco zien we een fraai afgebeelde Adam en Eva met een slang met mensenhoofd in de boom. Man en vrouw, al een heel eind afgebeeld als individu en niet meer als sjabloon, staan braaf naast elkaar in een samenspraak over het merkwaardige wezen boven hun hoofd. Het beeld houdt (ons) op afstand, we weten wel wat er gebeuren gaat, maar  het raakt ons niet echt: o ja, de zondeval! Beschaafd en ook heel decoratief.
Dan Masaccio!! Hier zien we Adam en Eva op het moment dat ze worden weggestuurd uit het paradijs door een heel boze God, overduidelijk in zijn boodschap. Adam en Eva beseffen ten volle wat er net is gebeurd: Adam slaat zijn handen voor de ogen, Eva bedekt haar naaktheid. Ze zijn verpletterd in hun zojuist verloren onschuld en voelen voor het eerst wat het betekent om mens te zijn: de menselijke conditie,  de tragiek, en ook de verantwoordelijkheid voor eigen moraal! Een meesterwerk, in technisch opzicht maar ook in het vermogen de mens in zijn kern weer te geven. Een schok moet het zijn geweest voor de toenmalige toeschouwer, en wat een verpletterende indruk maakt het op ons! De rest van de fresco’s wordt bewonderd, de uitleg over de technische verschillen verder braaf opgeslagen, maar wat voorlopig in het hoofd blijft hangen is dit indringende beeld, dat zijn actualiteit niet verloren heeft!!
 

                                                                                                                                             

vrijdag 18 juli 2014

Vervolg Boboli


Vrijdag 18 juli, vervolg landschap van donderdag
Iedereen is nu natuurlijk benieuwd hoe het landschap is geworden. Troost je, ik ook. Maar eerst enkele belangrijke opmerkingen van de docente om een idee te geven van de filosofie die men hier aanhangt bij het maken van een landschap.
Men spreekt hier van een drietrapsraket van een landschap in volgorde van belangrijkheid
1.  Tekening / schets landschap
2.  Toonwaarde
3.  Kleur
Dit is de volgorde die je volgt bij het opzetten van een landschap. Toonwaarde is dus belangrijker dan kleur. Bij het werken met kleur is het risico groot dat je de toonwaardeverschillen verliest. Wat donker was wordt minder donker en wat licht was wordt minder licht. Wat overblijft is een soep.
stop daarom regelmatig met schilderen om het schilderij van een afstand te bekijken om zodoende de toonwaardeverschillen te bewaken.
Andere belangrijke opmerking

De mate van detaillering en ritmische patronen
Wat betreft de detaillering; ga niet te ver en weet dat je op tijd moet stoppen. Prijsgeven van details gaat ten koste van het spanningsveld in je schilderij waardoor de kijker zijn belangstelling verliest. Vergelijk het met een dichter en een lezer. Een dichter schrijft poëzie en de lezer analyseert het gedicht. Bij het landschap is de schilder de dichter en de kijker de lezer, de analyticus die analyseert wat hij ziet. In een gedicht kun je met een paar sterke zinnen een wereld beschrijven, een wereld die door de lezer op zijn of haar manier wordt geïnterpreteerd. Zo werkt dat ook bij een landschap.

Voorkom ritmische patronen zoals takken op dezelfde afstand en in dezelfde richting geschilderd met dezelfde penseelvoering. Probeer te variëren met penseelgrootte, met streekrichting en afstand.
Verder met mijn landschap. Ik heb de kleuren van de bomen in de verte iets meer blauw gemaakt om de verte te suggereren. Als eerste heb ik huizen op de voorgrond erin gezet. Dit heb ik gedaan door het aangeven van rode daken, lichte gevels en beschaduwde gevels. Rechts op de voorgrond het Palazzo Pitti. Bij het schilderen van huizen moet je dus ook oppassen niet teveel regelmatige patronen te gebruiken.

 
 
Volgende stap is het schilderen van alle groene partijen. Voor de bomen en heggen achter de vijver maak ik een keuze voor een bepaalde hoofdkleur groen. Ik neem een deel van deze kleur apart en geef hier wat meer croma aan door er cadmium geel en ceruleum blauw aan toe te voegen. Zowel dit geel als het blauw hebben een sterk croma. Ik neem nog een deel van de hoofdkleur en maak er een donkere versie van door toevoeging van ruwe omber, gebrande Siena en een beetje zwart en ultramarijn blauw. Wat overblijft zijn drie kleuren groen waarmee ik de bomen en struiken te lijf ga.
 
 
Het is belangrijk om je te concentreren op de abstracte vormen in het groen. De vorm van een schaduw, de vorm van de lichte delen. Kijk naar de zijkant van de boom of struik, de voorkant, de belichte kant, de onderkant. Elk deel heeft zijn eigen toonwaarde. Hiermee maak je de boom of struik driedimensionaal.
Zet de verf of met strepen en vlakken en houdt de abstracte vormen in de gaten. Door de oogharen kijken en regelmatig afstand nemen. Verlies jezelf niet teveel in details en werk niet teveel nat in nat. Het is dan ook van essentieel belang om voor elke kleur of in elk geval toonwaarde een schone kwast te gebruiken. Daarmee voorkom je dat je struik een groentesoep wordt.


 
 

Tot slot zet ik de kleur van het gras op de voorgrond erin waarbij ik rekening houd met het scherpe contrast met de schaduwen. De boom op de voorgrond die nog meer diepte aan het landschap geeft krijgt kleur en klaar is Kees. Het beeld in de vijver heb ik meer gesuggereerd dan geschilderd en toch is duidelijk te zien dat daar iemand met een grote vork probeert te vissen. en dat in zijn blootje. Rare lui die Florentijnen.

donderdag 17 juli 2014

Donderdag 17 juli

Weer een dagje Boboli tuinen. Dit keer verzamelen we bij de ingang van Palazzo Pitti. Het schildergezelschap struint door de tuinen op zoek naar een goed plekje. Ik geloof dat ik meer oog had voor de stand van de zon; met dit weer kun je maar beter in de schaduw blijven. Ik zal in dit blog proberen om de totstandkoming van een schilderij stap voor stap te laten zien.
Allereerst mijn plekje in de schaduw met een overzicht over de stad en de bergen in de verte, de vijver op de voorgrond en het vele groen van de tuinen.


Als je door de oogharen kijkt zie je wat er gebeurt met licht en donker. De schaduwen op het gras en het schrille contrast met het pad, de donkere boom op de voorgrond die mooi afsteekt tegen de lucht. Maar ook de lijnen in het landschap, de diagonalen, perspectieflijnen. Die maken een landschap aantrekkelijk. Dat zijn dingen waar ik op let los van een mooi plekje in de schaduw.
Eerst maar eens een schets opzetten.

 
 
Ik heb dit keer een schets opgezet met potlood omdat er teveel details instaan die ik goed onder controle wil hebben. Met arceringen geef ik de donkere delen weer. Natuurlijk vereist dit een zekere tekenvaardigheid. Heb je die niet of vertrouw je er niet op dan kun je altijd de sight-size methode gebruiken. Je kunt natuurlijk ook werken aan de hand van een foto met de overtrekmethode of met behulp van ruitjes. Alles mag maar er gaat niets boven lekker met je kop in de wind aan het werk gaan.


Met een mengsel van ruwe omber en gebrande Siena zet je de verschillende toonwaarde in het landschap op. Bij de lichtere tonen gebruik ik gewoon iets meer medium (olie met terpentijn). Het landschap begint zich al af te tekenen. Op de voorgrond heb ik het lichtkleurige wandelpad al aangegeven.


Ik begin met de lucht. De bovenste luchtlagen worden gemaakt met een mengsel van wit met ceruleum blauw en voor de onderste en verst verwijderde delen gebruik ik iets meer alizarine crimson en gele oker. Dat heeft te maken met de atmosfeer en de luchtvervuiling. Op de foto is goed te zien dat de toonwaarde van de bergen ongeveer gelijk is aan die van de lucht. Deze worden er dan ook heel licht ingeschilderd. Ik zet de kleur van de lucht meteen in het water van de vijver.


Ik ga verder met de huizen en bomen in de verte. Deze krijgen een blauwige kleur waarbij het weer belangrijk is te kijken naar het verschil in toonwaarde met de bergen op de achtergrond. Dat geldt ook voor de boom die rechts voor de bergen omhoog steekt. De toonwaarde van deze boom is beduidend donkerder dan de achtergrond.


De volgende stap is het aanbrengen van de groene kleuren. Omdat het al laat wordt concentreer ik me op de vijver met het beeld. Het aangeven van de rand van de vijver is een precies werkje en ook de juiste kleur van het water met de weerspiegelingen is belangrijk. Tot slot nog even het beeld opzetten en ik vind het mooi geweest voor vandaag. Morgen verder; dan is ook de belichting weer zoals die aan het begin van de sessie was. De kleur van deze foto is anders dan de vorige omdat deze binnen is genomen. Ik zal het volgende blog beginnen met deze foto maar dan in de juiste kleurstelling.

Ik hoop dat deze stap voor stap benadering een tipje van de sluier oplicht van de procedure van het schilderen aan de academie Florence. De methode die in mijn cursus portretschilderen wordt gebruikt met een grisaille (zwart-witte onderschildering) met daar overheen de kleur wordt hier ook gehanteerd. Ook bij landschap dus. Daniela is hier een beetje vanaf gestapt omdat de donkere kleuren van de onderschildering het landschap gaan overheersen.
 



woensdag 16 juli 2014

La casa del Giardino

De tweede dag Boboli tuinen. Er valt nog heel wat te doen aan mijn landschap. Alleen al het schilderen van een naaldboom. Je probeert bij het opzetten van een landschap alle vormen die je door je oogharen ziet in abstracte vorm weer te geven. Bij een naaldboom zijn er nogal wat grijze gebieden waar heel veel lucht doorschijnt. Hier kun je nauwelijks een abstracte vorm in ontdekken.
De licht vlekken op de stam van de boom op de voorgrond hadden een gelijkmatig en ritmisch patroon. Daarmee wordt het voorspelbaar en saai.
Ik ben verder bezig geweest met de groene kleuren en het bewaken van het contrast. Ik merk aan de opmerkingen van Daniela dat zij ook gebruik maakt van kleurcontrasten. Warme tonen naast koele tonen. Dat geeft mij een bevestiging dat ik thuis ook goed bezig ben in de cursus. In de donkergroene kleur van de dennentakken smeert ze wat gele oker en gebrande Siena. De gebrande omber bast van de dennenboom krijgt een snufje ultramarijn blauw. De zonnige kant van de rechterboom krijgt een warm wit terwijl de schaduwkant meer blauwig wordt gehouden.
De schaduwen op de voorgrond zijn blauwgrijs van kleur terwijl de lichte vlekken op het wegdek oranjewit zijn.

Hierbij dan de afbeelding van weer een landschap.



De tuinlieden, bij mij in de buurt aan het werk, waren enthousiast. En ook Daniela, en dat is de belangrijkste graadmeter, was lovend. Zou ik dan toch de slag te pakken krijgen. 

Più fiorentino

Kunst ligt in Florence bij wijze van spreken op straat, of beter gezegd: is maar één deur van de straat vandaan. Die éne deur, waarvan de Florentijnen de sleutel lang niet altijd op zak hebben. Het is boeiend om te ervaren, hoe deze stad haar overdaad aan kunst aan het publiek presenteert, c.q. voor haar verborgen houdt.

Een bezoek aan het Bigallo museum bijvoorbeeld is een hartverwarmende ervaring. Het kleine museumpje ligt in het hart van de stad op het domplein en huisvest van oudsher een charitatieve instelling: op deze plek werden de vondelingen van de stad opgevangen. De suppoost leidt persoonlijk rond en vertelt in rad Italiaans over de bijzondere kunstschatten die de broederschap bezit, bijvoorbeeld de draagbare triptiek van de Madonna van Bernard Daddi uit 1333:

 
Dit museum is  een unieke belevenis vooral door de betrokken, intelligente en enthousiaste rondleiding, ondanks de taalbarrière, en is voor altijd in ons hart gesloten. Een grotere tegenstelling dan het Uffizi is niet te denken!!  Dit wereldmuseum dat haar kunst nog presenteert als in in Nederland lang vergeten tijden. Uitpuilende zalen (in kunst en in bezoekers), een muffe atmosfeer en een beroerde belichting. Wees ook niet verwonderd als je wordt verzocht het museum te verlaten omdat er een personeelsvergadering is! Volgens Daniela gaat het museum beroerd om met haar personeel (slechte betaling en een chronische onderbezetting) en ontbreekt op het hoogste niveau de wil om er iets beters van te maken. Schande!
 
Het ontbreken van die (politieke) wil wreekt zich op méér plaatsen in de stad! Het museum van Orsanmichele is bijvoorbeeld alleen op maandag open en dat terwijl het zo'n belangrijke beeldencollectie herbergt. En dat is al een hele verbetering: tot voor enkele jaren was het museum helemaal voor het publiek gesloten. Navraag bij een vriendelijke suppoost leert, dat dit museum helemaal door vrijwilligers wordt gedraaid, net zoals bijvoorbeeld de Tekenacademie aan de overzijde. In Florence zijn hiervoor zo'n 300 vrijwilligers in touw, dames en heren van pensioengerechtigde leeftijd: vriendelijk, welwillend en gastvrij!
 
Dezelfde gastvrijheid kom je, schooiend door Florence, op meer plaatsen tegen. Je wordt gelokt en uirgenodigd om de kunst van de stad te beleven. Aanbevelingen zijn soms wat discutabel; zo zouden de fresco's in de Badia Fiorentina lijken op die van Fra Angelico in de San Marco?! Daar valt over te twisten, maar de pure eenvoud van dit duizend jaar oude klooster vergoedt veel, zo niet alles.



Johannes de Doper van Ghiberti in de Orsanmichele
 
Talloze kerken en kapelletjes bezit Florence, van duizelingwekkend rijk tot diep eenvoudig. Maar kunst bezitten ze allemaal en ze zijn er trots op. Naast de grote publiekstrekkers met lange wachtrijen zijn er de kleine juweeltjes die je vrij mag bezoeken voor een rustmoment of het bewonderen van hun fresco's, zoals in het Oratoria dei Buonomi di San Marino, een klein kapelletje in het oude hart van de stad, met fresco's uit het leven van de heilige Martinus, prachtig en in onitaliaanse staat van onderhoud (zie afbeelding beneden).Een bijdrage in het offerblok wordt gewaardeerd, voor de armen van de buurt, zo staat er te lezen! Dit is graag gegeven, van een weesgegroet alleen kan tenslotte niemand leven.
 
En dit kleine Florence met haar bijzondere hoekjes willen we graag bewaard en behouden zien, het geeft de stad zoveel schoonheid meer!
 
  

dinsdag 15 juli 2014

Boboli tuinen

Dinsdag 15 juli.

De Boboli tuinen zijn de komende dagen mikpunt van de schilderklas. Deze tuinen werden in de 16e eeuw aangelegd en worden beschouwd als de Koningin van de Toscaanse tuinen. In het grote aangelegde park staan overal verspreid kunstwerken en liggen vijvers en fonteinen. Er is een amfitheater, een uit Egypte meegenomen obelisk van Ramses II. Beroemd is de Grotta grande, een kunstmatig aangelegde grot van Buontalenti. In deze grot heeft hij allerlei fantasiefiguren verwerkt. De tuinen worden net als de Amerikaanse begraafplaats dagelijks onderhouden door een grote groep tuinlieden.

Het is best lastig om een mooi hoekje te vinden in deze aangelegde tuin. Na wat rondzwervingen kom ik uit bij een huis tussen donkere bomen. Het licht-donker effect is mooi en ik denk dat er wel iets van te maken is. Ik ben tevreden over de eerste opzet en heb inmiddels wel begrepen dat je het verschil tussen licht en donker niet groot genoeg kunt maken. Hoe meer contrast hoe spannender.

Eerste schets doorkijkje naar villa
Wat mij aantrok in dit tafereel was het licht dat speels over de weg dartelt en het heldere licht dat door de bomen schijnt. Als kijker heb je de neiging om het weggetje af te lopen om eens te gaan kijken bij het huis. Morgen verder met de afwerking en dan misschien tijd over om nog een klein hoekje te schilderen.

maandag 14 juli 2014

Maandag 14 juli


De derde week alweer. De tijd vliegt. Deze week schilderen we in de Boboli tuinen. Omdat de dag met regen is begonnen en de vooruitzichten onduidelijk zijn heeft Daniella ons meegenomen naar haar atelier in de buurt van de Porto Romana. Wat een geweldige plek. Prachtige modelstudies en stillevens hangen en staan overal. Ongelooflijk goed en fraai afgewerkt. Omdat het buiten regende zijn we met zelfstudie aan het werk gezet. Mijn manco was volgens Daniella dat ik teveel aandacht had voor details. Ik ken mezelf.
Zoals ze zelf zegt, je moet als schilder niet tussen de kijker en het schilderij gaan staan. Gun de kijker zijn eigen interpretatie en laat dingen in het ongewisse. Als je alle details invult dan wordt een landschap saai. Tot op zekere hoogte kan ik me daarin vinden. Het is in elk geval een bepaalde stijl van schilderen, de Florence stijl.
Ik krijg een boek in de handen gedrukt van een Russische schilder, Arkhip Kuindzhi (1842 - 1911). Deze schilder heeft zich in zijn landschappen toegelegd op het uitdrukken en schilderen van sfeerbeelden. Het is de bedoeling om zijn landschappen te bestuderen en een van de werken na te schilderen. Ik heb uit het boek gekozen voor een winterlandschap met enkele huizen waarvan de besneeuwde daken scherp afsteken tegen de donkerblauwe lucht. Dit is een goede oefening om je eigen schildertechniek te ontwikkelen en te verbeteren.
Kuindzhi heeft gebruik gemaakt van een donkere onderschildering waar overheen hij de lichtere kleuren heeft aangebracht. Het best is dat te zien waar hij met de achterkant van een penseel of met de punt van een paletmes krassen in de natte verf heeft gemaakt om takken van struiken en bomen te suggereren. Hierbij komt de donkere onderschildering weer terug.
Als het buiten te slecht weer is om te schilderen is dit een heel goed alternatief.
Onderstaand het resultaat van tweeënhalf uur schilderen.

Naar een landschap van Arkhip Kuindzhi
 

zaterdag 12 juli 2014

Pontormo





Pontormo: Visitazione di Carmignano


Pontormo kijken in Florence is voor doorzetters: het is een intensieve tocht langs niet al te bekende, donkere kerken als de San Michele Visdomoni, de Santa Felicità of de Santissima Annunziata met vaak onduidelijke openingstijden, interieurs met weinig licht en sissende kosters als ze fotocamera's of blote schouders ontwaren.
Pontormo, de Florentijnse schilder die we zo hard nodig hebben om iets te begrijpen van het maniërisme, die stroming in de kunst tussen hoog renaissance en barok, die zich zo lastig laat grijpen. Formeel weten we het wel: te lange lichamen met vreemde draaiingen, te kleine hoofden, felle kleuren; de afwijzing van logica en perfectionisme die in de renaissance was veroverd. Maar wat is dit maniërisme nu echt: hoe dit te herkennen en te begrijpen?

In het Palazzo Strozzi heeft men onze nood gevoeld en de tentoonstelling "Pontormo e Rosso Fiorentini: Divergentie vie della maniera" ingericht. De tentoonstelling laat ons zien hoe de schilders Pontormo en Rosso Fiorentino hun eigen uitdrukkingsmiddelen onderzochten na Michelangelo en Rafael en ieder tot een eigen, meer gekunstelde stijl kwamen met een verhevigde expressie ((Fiorentino) en verinnerlijkte sfeer (Pontormo) met bedwelmend felle kleuren. Beide schilders leverde dit een grote carrière op, met toch wisselend succes. Zo werd Fíorentino's werk: Madonna met vier heiligen geweigerd door de opdrachtgever, omdat de heiligen op duivels leken.
 
 
Speciaal voor deze tentoonstelling werd de beroemde "Visitazione di Carmignano" gerestaureerd. In haar volle glorie schittert dit schilderij aan het einde van de tentoonstelling en maakt het mysterieuze maniërisme volkomen inzichtelijk. Ideale vormen zijn losgelaten, de kleuren schitteren en schreeuwen, Maria en Elisabeth zijn niet langer ingetogen modelvrouwen in een hemelse sfeer, maar rijzige, levendige, zelfbewuste vrouwen in één van de meest dramatische ontmoetingsmomenten in de Bijbelse geschiedenis. In één woord: overweldigend. De video van Bill Viola uit 1195, die ook getoond wordt, zet het werk nog meer kracht bij.
 
 
 

donderdag 10 juli 2014

Donderdag 10 juli

De voorspellingen van het KIMI zijn net zo onbetrouwbaar als die van het KNMI. Het was prachtig weer vandaag dus hebben we voor niets onder de bogen zitten schilderen. Wel enorm veel mensen op de been dus je waant je even in Montmartre aan de Geul. Al die mensen die je op de vingers kijken en een gesprek aanknopen. Dat maakt het ook wel weer interessant. Ik heb mensen gesproken uit Argentinië, Brazilië, Amerika, Iran zelfs China. Daarover straks meer.

Nu eerst het schildertechnische aspect.
Daniela heeft denk ik een belangrijk onderwerp aangesneden. Bij het schilderen gaat het niet om het tot in detail naschilderen van een tafereel, landschap of stadsgezicht. Het is van belang om een sfeer weer te geven. Alles in haar schildermethode en in die van de Academie Florence is daar op gericht. Zodra een raam, deur, dak of gebouw eruit ziet zoals je dat op een foto ziet verliest de kijker zijn focus. De hersenen zeggen:" dat weet ik wel", en ze zijn geneigd om verder te kijken. Zodra je afwijkt van de realiteit of je suggereert iets met een kwaststreek dan wordt de aandacht getrokken. Een schilderij kan je dan boeien en je kunt je eigen fantasie gebruiken. De schilder staat dan niet meer tussen het schilderij en de kijker. Ik vond dat een essentiële les van vandaag.

Over China gesproken; ik sta onder de bogen van de Santa Annunziata te schilderen als er een Chinees meisje me aanspreekt. Ze studeert in China (Xangdong of zoiets) en ze vindt het werk wat ik aan het maken ben zo mooi dat ze dat wil kopen als cadeau voor haar professor. Ik leg uit dat dit een studie is en dat het geen afgewerkt schilderij is. Ze volhardt en wil het dolgraag kopen. We wisselen wat gegevens uit en spreken af dat ik met haar contact opneem als het schilderij droog is en klaar. Ze is nog een week in Florence dus dat gaat wel lukken. Ze droeg een mooi rood jurkje en ze heette Gao Xin. Ik heb haar op het schilderij vereeuwigd.

Doorkijkje naar de Dom

 
Boven de deur linksonder staat GOA XIN en in de deuropening staat ze met haar rode jurk.
Belangrijk in zo'n stadsgezicht zijn de perspectieflijnen en het verdwijnpunt. Zo krijg je diepte in het werk.

woensdag 9 juli 2014

woensdag 9 juli

Woensdag 9 juli

Vandaag zijn we vanwege de weersverwachting morgen toch weer naar de Piazzale Michelangelo gegaan. Het panorama op de berg. De verwachting is dat het morgen regenachtig wordt en dan kunnen we beter weer onder de bogen schilderen zoals we dat gisteren hebben gedaan.
Het KIMI (Italiaanse KNMI) functioneert hetzelfde als in Nederland, ze hebben het regelmatig mis. Op de berg nat geworden.
Toch mijn vergezicht af kunnen werken. Het was een goede studie met zinvol commentaar van Daniela. De stad is ver weg en dus zijn de kleuren meer blauwig, minder croma en worden ook de contrasten minder scherp aangeven. Bij wisselende weersomstandigheden is het belangrijk om meteen het licht en donker aan te geven want tijdens het schilderen kan dat zomaar anders zijn. En dan moet je gokken.
In actie; op de achtergrond Daniela

Panorama op Florence met Dom, Baptisterium, Campanile en Palazzo Vecchio.
 
Morgenochtend gaan we weer naar de Piazza Annunziata om het stadsgezicht af te maken.

dinsdag 8 juli 2014

Piazza Annunziata

Vandaag dinsdag 8 juli. Vanwege de kans op regen zijn we vandaag naar de Piazza Annunziata gegaan omdat je daar overdekt kunt werken onder de bogen van de Santissima Annunziata. Ik heb gekozen voor een straatje met een doorkijkje naar de Dom. Er staat alleen een standbeeld in de weg waardoor ik in het achterwerk van een paard zit te kijken. Shit happens zullen we maar zeggen.
Het is wel erg druk op het plein zodat je voortdurend mensen hebt die op je werk zitten te kijken. Maakt het ook wel weer leuk.
Het is inderdaad een regenachtige dag geworden. Lastig vanwege het licht. De schaduwen zijn verdwenen. Een belangrijke les om bij aanvang van het schilderen direct de lichte en beschaduwde plaatsen te markeren. Ik ben een heel eind gekomen maar ben nog niet tevreden over de horizontale lijnen. Die moet ik morgen verbeteren anders wordt alles scheef. Het valt niet mee om uit de hand, alle prima zoals dat hier heet, zo'n straatje goed op te zetten.
Hierbij het voorlopige resultaat.


Oud in nieuw


Florence is een stad, waarin oud en nieuw gemakkelijk samengaan. Vele gebouwen hebben al eeuwenlang dezelfde functie: ze zijn monument en eveneens een levend organisme. Twee mooie voorbeelden hiervan staan al in de directe omgeving van onze straat, de Via Dell'Oriuolo. Het Arcispedale di Santa Maria Nuovo werd al in 1286 gesticht door Folco Portinari, de vader van Dante's Beatrice, en is nog steeds een belangrijk ziekenhuis in de stad, waar ziekenauto's met loeiende sirenes af en aan rijden. Het heeft een prachtig versierd voorportaal uit 1612, waar je maar mooi onderdoor loopt als je een zieke bezoekt!
Als naaste buren hebben we het  voormalige Klooster van de Oblaten, dat recent is omgetoverd tot een moderne bibliotheek, waarin oud en nieuw fenomenaal in evenwicht zijn gehouden.
Het is een openbare bibliotheek, hoewel voornamelijk bezocht door studenten. De tweede verdieping heeft een open loggia, die wordt aanbevolen als een van de koelste plekken in de stad, met een cafetaria die uitkijkt op de koepel van de dom. De tuin van de jeugdbibliotheek is van een betoverende charme en biedt ook nog eens mooie leesplekjes in de schaduw, bijzonder welkom in deze pittige temperaturen: www.biblioteche.comune.fi.it/biblioteca_delle_oblate.

Zo is Florence vol verrassingen als het gaat om het combineren van oud en nieuw en ook nieuw kunstenaarstalent wordt gekoesterd, zoals in de tentoonstelling van gearriveerde en jonge edelsmeden in een prachtig bankgebouw waar je toevallig langs- en dan binnenloopt. Ook zonder goud en zilver ademt het hele gebouw geld en chique en laat ons als bezoekers daarvan meegenieten. Wandel door Florence ontspannen doch alert: de stad houdt haar grootste verrassingen vaak ingetogen verborgen
Een traditionele Johannes de Doper op hippe sokkel in de hal van de bibliotheek
......


Moderne kunst in de tuin van het bankgebouw

maandag 7 juli 2014

Uitzicht over Florence

De tweede week begint met een fikse klim naar de Piazzale Michelangelo vanwaar we een geweldig uitzicht hebben op de stad Florence met alle bijzondere gebouwen. Hele uitdaging om dat te schilderen. Na een korte theoretische verhandeling van Daniela over lineair perspectief in het landschap gaan we aan de slag.
Ik werk op een paneeltje voorbewerkt met een imprimatura van ruwe omber. De schets wordt direct met verf en penseel opgezet. Interessant is het begrip horizon. In dit geval hebben we te maken met de echte horizon, de lijn op ooghoogte, en de contourlijnen van de bergen op de achtergrond. De richtingen, verdwijnpunten en perspectief zijn van wezenlijk belang in dit landschap.
Van 9 tot 12 aan het werk en dan wordt het boven echt te warm.

Eerste schets van de stad Florence
 
Bij zo'n vergezicht is het zaak om te werken met atmosferisch perspectief. Dat wil zeggen dat de huizen en objecten op grotere afstand minder contrast, minder kleur (croma) en een beetje blauwig worden weergegeven. Dichterbij wint de kleur aan kracht en wordt het contrast groter. Duidelijk is de Dom te zien met de bijbehorende klokkentoren, het Baptisterium en de toren van het Palazzo Vecchio. Door een boom op de voorgrond te plaatsen probeer ik meer diepte in het schilderij aan te brengen.
Morgen gaan we op een plein schilderen waar we onder de bogen kunnen werken vanwege het feit dat er regen wordt voorspeld. Het landschap van vandaag zal moeten wachten tot woensdag. Tot de volgende blog.

vrijdag 4 juli 2014

Eerste week landschap.

Het is een leerzame eerste week geweest. Voor de tweede locatie zijn we naar een park uitgeweken, Parco Dell Anconella. Prachtige naam voor een zandweg met berkenbomen maar wel aan de oever van de Arno. Dat dan weer wel. De afstand was een uitdaging. Drie kwartier lopen met al je spullen naar het park en 's middags weer terug in de volle middagzon. Het is nu zo'n 35 graden hier.
De cursisten zaten verspreid door het park en hadden allemaal een ander uitzicht. Leuk om te zien wat je in zo'n park aan mooie plekjes kunt vinden.
Ik ben aan de rand van het park gaan zitten met uitzicht op de andere oever van de Arno. Met name de perspectieflijnen en het vergezicht trokken mij aan.

Het gekozen landschap
Ik heb weer een paneeltje gebruikt welke ik heb voorbewerkt met gebrande siena. Donderdag heb ik de schets opgezet en ben ik begonnen met de grote lijnen. Rond het middaguur was het erg warm en de zon stond helemaal anders dan 's ochtends. Een belangrijke les. Begin direct met het aangeven en markeren van de schaduwen want na een uur zijn ze al een stuk opgeschoven en klopt je schilderij niet meer.

Opzet landschap eerste ochtend
De eerste opzet heb ik een beetje aangepast omdat ik de weg rechts er ook op wilde hebben. Dit geeft diepte aan het schilderij en geeft de kijker de neiging om deze weg af te lopen. Bij de bomen aan de overkant van de Arno is nog de rode onderschildering te zien.

Op vrijdagochtend ben ik verder gegaan met het landschap. Weer 45 minuten gewandeld, goede ochtendgymnastiek. Enkele goede aanwijzingen gekregen van Daniela maar daar wordt ze ook voor betaald. De schaduwen en lichte vlekken op het weggetje op de voorgrond volgen de contouren van het landschap. Hierdoor wordt de glooiing geaccentueerd. Verder hoe verder weg hoe minder contrast. Ook de kleuren worden meer blauwig op de achtergrond. De visser zat er overigens echt.

 
 het eindresultaat
 
Dit is het dan geworden. Ik ben best tevreden met de eerste week en de eerste stappen in het landschap. Het leverde me zowaar een "Bravo" op van Daniela.
 
Vanavond is er een welkomstavond met een drankje (of twee) en een hapje (of twee). Daarnaast is er voetbal wat hier in Italië ondanks de uitschakeling op veel belangstelling mag rekenen. Veel grote schermen om mensen binnen te lokken. Ben heel benieuwd hoe de Fransen het tegen de Duitsers gaan doen. Tot de volgende keer.

woensdag 2 juli 2014


Dinsdag 1 juli en woensdag 2 juli

Dinsdagochtend om 08.00 uur verzamelen aan de oever van de Arno. Een mooie schaduwrijke plek met een koffietentje, zeg maar tentje want de koffie mocht geen naam hebben.
Ik had op maandag al enkele schetsen gemaakt en had daardoor al een idee welk deel van het landschap ik wilde schilderen. Ik heb gekozen voor een doorkijkje tussen donkere bomen door naar een brug in de verte en een aantal huizen met de typische Toscaanse kleuren.
Ik heb geschilderd op een paneel van 24 x 30 cm. Ik heb gebruik gemaakt van een rode imprimatura of onderschildering gemaakt van gebrande siena verdund met terpentijn. Dit geeft een mooi warm rode kleur die later een rol gaat spelen in het landschap.
Vervolgens het landschap opgezet met een spitse kwast met een mengsel van ruwe omber en ultramarijn blauw. Alleen de belangrijkste elementen worden geschetst, bomen, de oevers van de rivier, de brug en de huizen in de verte. Je kunt hierbij gebruik maken van de Sight-size methode maar Daniele doet dat niet. Het hangt natuurlijk af van je tekenvaardigheid of dat zo alla prima lukt. Belangrijk bij het schetsen is het perspectief; lopen de lijnen in de goede richting. Dit controleer je door je penseel langs de lijn te houden en te controleren of deze lijn ook in de schets goed staat.
Als dat gebeurd is worden de donkere delen ingeschilderd. Er worden vier tinten donker aangemaakt op het palet van donker naar licht. Elk object heeft een andere toonwaarde en ook binnen een object heb je verschillende toonwaardes. Een boom heeft een lichte kant, een voorkant, een schaduwkant en een onderkant met slagschaduw. Hier gebruik je dus de vier verschillende tinten voor. De boom krijgt hierdoor direct vorm en volume. Na deze eerste ruwe opzet krijg je een goed idee van de compositie van het schilderij en kun je beoordelen of het tafereel voldoende interessant is. Je kunt er altijd voor kiezen om bepaalde minder interessante objecten weg te laten of nieuwe elementen erin te plaatsen.

Genoeg theoretische verhandeling voor deze keer. De kleine landschapsklas verspreidt zich over het gebied en iedereen gaat aan de slag. Daniele loopt rond en dat betekent dat je toch de meeste tijd op jezelf bent aangewezen. Enkele cursisten hadden nog nooit met olieverf gewerkt, alleen met acryl. Voor hen was het een hele opgave om te beginnen. Langs de oevers van de Arno zitten nogal wat muggen en ander ongedierte. Een flesje anti-insecten spul is geen overbodige luxe.

Genoeg voor vandaag. Met dit schilderij ben ik dinsdag begonnen en heb woensdagochtend de puntjes op de i gezet. Zie foto's voor het resultaat.

 
Het landschap en de ezel
 
 
 
Mijn vertaling van het landschap.
Als je goed kijkt zie je de rode onderschildering door het groen.